Ontvanger
Tweepuntskalibratie (onder de grond)
Met de optie 2PT CAL kunt u de ontvanger en de zender kalibreren wanneer de zender zich onder de
grond bevindt. Voor deze procedure hebt u een meetlint nodig. Het zal zelden noodzakelijk zijn om een
ondergrondse kalibratie uit te voeren. Mocht het nodig zijn, dan dient deze procedure met de nodige
voorzichtigheid te worden uitgevoerd.
Plaats de ontvanger op de grond boven een zender die zich ongeveer in een horizontale positie bevindt.
(Zie het hoofdstuk Traceren voor meer informatie over hoe u de ontvanger precies boven een zender
kunt plaatsen.) Om het tweepuntskalibratieproces te starten, opent u het 2PT CAL-scherm. Het volgende
scherm wordt dan weergegeven.
Tweepuntskalibratie (2PT CAL), eerste punt
Het drukknoppictogram bovenin het scherm knippert om aan te geven dat u het kalibratieproces kunt
starten door de drukknop kort in te drukken. Het systeem bepaalt dan het eerste punt voor de
tweepuntskalibratie. Druk de drukknop kort in. Het systeem telt dan in het display van 5 terug naar 0 en
registreert het eerste kalibratiepunt.
Als de signaalsterkte van de zender binnen het tolerantiebereik ligt (tussen 300 en 950), wordt in het
display een vinkje weergegeven en hoort u een bevestigingssignaal om aan te geven dat het eerste
kalibratiepunt succesvolle geregistreerd is. Dan opent het systeem het tweede 2PT CAL-scherm.
®
DigiTrak
SE™ Bedieningshandleiding
23