Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DCI DigiTrak F5 Bedieningshandleiding pagina 74

Traceersysteem voor gestuurd boren
Inhoudsopgave

Advertenties

Traceren
6. Terwijl de boorkop zich een weg baant, moet deze zodanig gestuurd worden dat de schuine afstand
tot de punten P1, P2 en P3 constant blijft. Als de schuine afstand groter wordt, verwijdert de boorkop
zich van het beoogde boortraject, als de schuine afstand kleiner wordt, beweegt de boorkop zich in de
richting van het beoogde boortraject. Let op: Wanneer de neiging van het gereedschap verandert,
zullen ook de signaalsterkte en de schuine afstand veranderen wanneer het gereedschap vooruit
beweegt.
74
Obstakel
LL
Traject om
obstakel
Boor-
machine
Off-track-traceren
Boortraject
P1
P2
Bedieningshandleiding DigiTrak
P3
®
F5™

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave