Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Temperatuur En Oververhittingindicator; Waarschuwingstonen Zendertemperatuur - DCI DigiTrak F5 Bedieningshandleiding

Traceersysteem voor gestuurd boren
Inhoudsopgave

Advertenties

Zender

Temperatuur en oververhittingindicator

Alle DigiTrak-zenders zijn voorzien van een interne digitale thermometer. De zendertemperatuur wordt
rechtsonder in het display van de ontvanger en op het remote display weergegeven naast het
zendertemperatuurpictogram
°C) tot 104 °F (40 °C). Stop met boren wanneer de temperatuur van de zender hoger wordt dan 95 °F (35
°C) om de boorkop en de zender de gelegenheid te geven af te koelen.
LET OP: Omdat de digitale thermometer zich in de zender bevindt, zal de temperatuurstijging als
gevolg van externe booromstandigheden met een zekere vertraging door de zender worden
gedetecteerd. Om beschadiging te voorkomen is het belangrijk om zo snel mogelijk adequaat
te reageren op een toename van de temperatuur van de zender.
Als de temperatuur oploopt tot 118 °F (48 °C), wordt de zender gevaarlijk heet. Het thermometerpictogram
verandert dan, om aan te geven dat de zendertemperatuur gevaarlijk hoog oploopt
dan onmiddellijk worden gekoeld om beschadiging te voorkomen.
Om de zender te koelen stopt u het boorproces, trekt u de boorstang tenminste 90 cm terug en/of voert u
meer boorvloeistof toe.

Waarschuwingstonen zendertemperatuur

De door de F5-ontvanger en het remote display gegenereerde pieptonen om toenames van de
temperatuur in de zender te melden, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.
Temperatuur
Lager dan 61 °F (16 °C)
61–97 °F (16 – 36 °C)
104–111 °F (40 – 44 °C)
118–133 °F (48 – 56 °C)
Boven 140 °F (60 °C)
Boven 176 °F (80 °C)
180 °F (82 °C)
220 °F (104 °C)
34
.
De boortemperatuur ligt normaal gesproken in het bereik van 64 °F (16
Geen tonen wanneer de temperatuur oploopt.
Dubbele-pieptoon (piep-piep) voor elke toename van de temperatuur met
4 °C.
Twee dubbele-pieptonen (piep-piep, piep-piep) voor elk toename van de
temperatuur met 4 °C. LET OP: onderneem actie om de zender te koelen.
Drie dubbele-pieptonen (piep-piep, piep-piep, piep-piep) voor elk toename van
de temperatuur met 4 °C. LET OP: koelen is essentieel om onomkeerbare
schade te voorkomen.
Drie dubbele-pieptonen elke 5 seconden op het remote display en elke 20
seconden op de ontvanger. LET OP: een waarschuwing duidt op gevaarlijke
booromstandigheden; het is mogelijk dat de zender al onomkeerbaar
beschadigd is.
De zender wordt uitgeschakeld.
De oververhittingindicator (temperatuurstip) op FS- en FC-zenders wordt
zwart (zie onder).
De oververhittingindicator (temperatuurstip) op long range en extended long
range-zenders wordt zwart (zie onder).
Waarschuwingstonen
Bedieningshandleiding DigiTrak
. De zender moet
®
F5™

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave