Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Frequentie Van 5Xd 19/12-Tweekanaalszenders Veranderen - DCI DigiTrak F5 Bedieningshandleiding

Traceersysteem voor gestuurd boren
Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer u een nieuwe zender heeft geselecteerd, moet het systeem opnieuw worden gekalibreerd.
Kalibreren is echter niet noodzakelijk wanneer de nieuwe zender al eerder voor het systeem werd
gekalibreerd. U dient het systeem te kalibreren telkens wanneer een u een nieuwe zender F5- of F Series-
zender, F5-ontvanger of een andere boorstang gaat gebruiken.
LET OP: Wanneer u een 5XD 12/1.3 tweekanaalszender gebruikt, hoeft u slechts voor een van de twee
kanalen (DH of DL) te kalibreren. Na het kalibratieproces zijn beide tweekanaalsfrequenties,
12 kHz en 1,3 kHz, gekalibreerd. Controleer de diepteaanduiding op twee afstanden in beide
frequenties voor u begint met het boorproces. In de 'single high'-functie (SH) dient u de beide
kanalen afzonderlijk te kalibreren.

De frequentie van 5XD 19/12-tweekanaalszenders veranderen

De 5XD 19/12 zender kan met een van de twee frequenties (19,2 kHz of 12 kHz) worden gebruikt. Nadat
de zender ingeschakeld is, kunt u de frequentie-instelling van de zender op twee manieren wijzigen. De
methode waarbij de zender boven de grond is, wordt de neigingmethode genoemd. De methode waarbij
de zender in de boorkop geplaatst is die zich onder de grond bevindt, wordt de rolmethode genoemd.
Beide methodes zijn hieronder beschreven.
Neigingmethode
- hiermee selecteert u de gewenste zenderfrequentie in het men Zender selecteren.
Plaats de zender op een horizontaal oppervlak, zodat de rolpositie ervan stabiel is en wacht ongeveer 12
seconden. Til de zender op (zonder de rolpositie ervan te veranderen), kantel deze zodanig dat de neiging
groter is dan 50° (hoger dan 100% of nagenoeg verticaal) en houd de zender vervolgens 10 - 18 seconden
in deze positie. Kantel de zender dan in tegenovergestelde richting, zodanig dat weer deze nagenoeg
horizontaal is (±6,75° of 15%). De frequentie-instelling van de zender moet binnen 10 - 18 seconden
veranderen in het traceerscherm op de ontvanger moeten zendergegevens worden weergegeven.
Rolmethode
– controleer of de rolverschuivingfunctie is uitgeschakeld en de rolpositiegegevens van de
zender op de ontvanger worden weergegeven. Draai de zender in de 10 uur-positie (± een halve
klokpositie) en houd deze ongeveer 10 - 18 seconden op zijn plaats. Verdraai de zender dan naar de 2
uur-positie (± een halve klokpositie) en houd deze vervolgens ongeveer 10 - 18 seconden op zijn plaats.
Verdraai de zender dan naar de 7 uur-positie (± een halve klokpositie). Wanneer de zenderfrequentie
verandert (10 - 18 seconden), zullen de zendergegevens in het traceerscherm op de ontvanger
verdwijnen. Selecteer de nieuwe frequentie in het menu Zender selecteren en controleer of in het
traceerscherm zendergegevens worden weergegeven.
LET OP: Als u de rolverschuivingfunctie moet uitschakelen om de frequentie te veranderen, is het
belangrijk om de ongecompenseerde rolpositie van de zender te noteren wanneer de boorkop
zich in de 12 uur-positie bevindt. Nadat u de frequentie heeft veranderd, dient u de boorkop
zodanig te roteren dat de rolpositie van de zender overeenkomt met de genoteerde waarde
voordat u de rolverschuivingfunctie opnieuw inschakellt.
Bedieningshandleiding DigiTrak
®
F5™
Zender
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave