Zender
3. Breng nadat u de batterijen/accu heeft geplaatst opnieuw de dop van het accucompartiment aan.
Let erop dat u bij het terugplaatsen van de dop van het accucompartiment de tweekanaalszenders
op de juiste manier vasthoudt.
LET OP: Bij gebruik van een 5XD 19/12 tweekanaalszender kunt u de frequentie nog wijzigen
nadat u de batterijen/accu heeft geplaatst. Zie 'De frequentie van 5XD 19/12-
tweekanaalszenders veranderen', verderop in deze paragraaf. De 5XD 12/1.3
tweekanaalszender moet ingesteld worden op de Single-modus (12 kHz) of de Dual-
modus (12/1,3 kHz) wanneer de batterijen/accu worden geplaatst.
Toestand van de zenderaccu
Wanneer alkalinebatterijen gebruikt worden, wordt onderin het dieptescherm de toestand van de batterijen
weergegeven. Wanneer de zender wordt gevoed met een DCI SuperCell-accu, zal de accu steeds volledig
geladen lijken te zijn tot net voor deze uitgeput raakt.
LET OP: Omdat de SuperCell-accu volledig geladen zal lijken te zijn tot het moment dat deze uitgeput
is, is het noodzakelijk om het aantal bedrijfsuren van de SuperCell-accu bij te houden.
Slaapmodus (automatisch uitschakelen)/ uitschakelen
Om de voeding te sparen zullen accugevoede DigiTrak-zenders, wanneer ze langer dan 15 minuten niet
verplaatst zijn, stoppen met het verzenden van signalen. De zender kan eenvoudig weer 'gewekt' worden
door de boorkop te draaien.
In de slaapmodus van de zender zal de voeding toch langzaam ontladen. Laat de voeding daarom niet in
de zender wanneer deze gemakkelijk verwijderd kan worden en verwijder de voeding van de zender altijd
wanneer deze niet gebruikt wordt.
Eisen voor de zenderbehuizing
Voor een maximaal bereik van de zender en een maximale acculevensduur is het belangrijk dat de
sleuven in de boorbehuizing voldoen aan de minimale lengte- en breedte-eisen en op de juiste plaats
aangebracht zijn. DCI adviseert tenminste drie sleuven, elk ten minste 1/16 i of 0,0625 inch (1,6 mm)
breed, regelmatig verdeeld over de omtrek van de behuizing. Voor de nauwkeurigheid moeten de sleuven
altijd zo dicht mogelijk bij de hartlijn van de behuizing gemeten worden.
Voor de long range-zenders (15 inch/38,1 cm lang) moeten de sleuven ten minste 8,5 inch (21,6 cm) lang
zijn en minimaal 2 inch (5,1 cm), maar maximaal 3 inch (7,6 cm) van de voorzijde van de zender beginnen,
op de manier zoals is weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Eisen aan de behuizingssleuf voor long range-zenders
30
Accucompartiment
Sleufpositie
Dop aan voorzijde
Sleuflengte
8,5 inch (21,6 cm)
Bedieningshandleiding DigiTrak
2 inch
(5,1 cm)
®
F5™