Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijlage B: Geprojecteerde Diepte, Huidige Diepte En De Verschuiving Vooruit/Achteruit - DCI DigiTrak F2 Bedieningshandleiding

Traceersysteem voor gestuurd boren
Inhoudsopgave

Advertenties

D
C
I
IGITAL
ONTROL
NCORPORATED
Bijlage B:
Geprojecteerde diepte, huidige diepte en
de verschuiving vooruit/achteruit
Wat gebeurt er als de zender zich op een grote diepte
bevindt en sterk geneigd is?
Het signaalveld van de zender, zoals is weergegeven in afbeelding B1, bestaat uit een verzameling
elliptische signalen (veldlijnen). De veldlijnen geven de positie van de zender aan. Wanneer de zender
zich horizontaal ten opzichte van de grond bevindt, zal de LL precies de positie van de zender snijden en
de op de ontvanger weergegeven diepte overeenkomen met de huidige diepte. Ook zal de afstand van de
zender tot de beide traceerpunten (FLP en RLP; voorste en achterste traceerpunt) gelijk zijn. De positie
van de LL bevindt zich op de kruising van de grond en de horizontale component van het signaalveld en
het FLP en RLP bevinden zich op de posities waar de verticale componenten van het signaalveld de grond
snijden. Enkele van de horizontale en verticale componenten zijn in afbeelding B1 weergegeven als korte
gele lijnen.
FLP
RLP
LL
Figuur B1. Signaalveld en geometrie van het FLP (voorste traceerpunt),
RLP (achterste traceerpunt) en de LL (zijaanzicht)
Als gevolg van de geometrie van het signaalveld van de zender (veldlijnen) zal de positie van de traceerlijn
wanneer de neiging van de zender groter is dan ±30% (±17°) en/of de diepte 15 ft (4,5 m) of meer is, iets
®
Bedieningshandleiding DigiTrak
F2™
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave