Inleiding
Het F2-systeem is geprogrammeerd om te voldoen aan de eisen die waar ter wereld ook gesteld worden
aan de bediening. Voor een correcte communicatie moet de regioaanduiding op de ontvanger
overeenkomen met die op de zender (dit wordt weergegeven in het startscherm; zie de paragraaf
Ontvanger en de foto van de FX-zender in de paragraaf Zender). Ook moet de telemetrie-
frequentieaanduiding van de ontvanger overeenkomen met die van het remote display (zie de foto's van
de serienummerlabels in de paragrafen Ontvanger en Remote display).
In bijlage A vindt u informatie over de voeding, de omgevingsomstandigheden en het onderhoud van het
F2-systeem. In bijlage B vindt u informatie over het berekenen van de diepte wanneer de zender zich diep
(meer dan 15 ft of 4,5 m) onder de grond bevindt en/of een grote neiging (meer dan ±30% of ±17°) heeft.
In bijlage C vindt u informatie over het berekenen van de zenderdiepte op basis van de afstand tussen de
voorste en achterste traceerpunten en de neiging van de zender.
®
10
Bedieningshandleiding DigiTrak
F2™