Traceren
3. Houd de ontvanger waterpas en kijk naar de positie van het traceerdoel
kader op het display van de ontvanger. In de onderstaande afbeelding is de eigenlijke positie van de
ontvanger, de zender en de traceerpunten weergegeven. Merk op dat het FLP zich links voor de
ontvanger bevindt, zoals is weergegeven op het ontvangerdisplay.
Traceerdoel
Kader
4. Loop in de richting die weergegeven wordt op het display zodat het traceerdoel zich midden in het
kader bevindt. In dit voorbeeld moet u daarvoor vooruit en naar links lopen.
5. Wanneer het doel zich in het kader bevindt houdt u de drukknop een seconde ingedrukt. De ontvanger
kan dan het referentiesignaal bepalen. Bovenin het scherm wordt een letter R weergegeven. De
diepte-uitlezing ter plaatse van het FLP is de diepte waarop de zender zich zal bevinden wanneer
deze de voorspelde positie bereikt heeft en er geen stuurcorrecties uitgevoerd zijn.
Target-in-
the-box
(doel in
kader)
Scherm Diepte op de ontvanger (ter
plaatse van het FLP (voorste traceerpunt)
met de functie Hoogte boven de grond
64
Traceerscherm op de ontvanger
(HBG) ingeschakeld)
+
Huidige positie van
de ontvanger en de
Huidige positie
van de ontvanger
en de zender
Bedieningshandleiding DigiTrak
(
)
ten opzichte van het
RLP
LL
FLP
zender
RLP
LL
FLP
®
F2™