INSPECTIE VOOR HET VERTREK
TE INSPECTEREN
ITEMS
Stoelen, deuren en
gordels
Gaspedaal
Rempedaal
Brandstofpeil
Te doen nadat de motor is gestart
TE INSPECTEREN
ITEMS
Stuur
RF D.E.S.S.-contact
Schakelhendel
Keuzeschakelaar
2WD/4WD
Remmen
16
Controleer de afstelling van de stoel en controleer of het
vergrendelmechanisme goed vast zit voordat u gaat rijden.
Controleer de deuren op schade. Laat de deuren vervangen als u
schade hebt geconstateerd.
Sluit beide deuren en controleer of ze goed zijn gesloten.
Controleer de gordels op eventuele schade (inclusief
oprolmechanismen, gespen en vergrendelknoppen). Maak de
gordels vast en zorg dat ze goed vast en strak tegen het lichaam
zitten
Druk het gaspedaal een paar keer volledig in om ervoor ze zorgen
dat het goed ingedrukt kan worden en terugkeert naar de ruststand
wanneer u het loslaat.
Druk het rempedaal in en zorg ervoor dat u een sterke weerstand
voelt en dat het terugkeert naar de ruststand wanneer u het loslaat.
Controleer het brandstofpeil.
Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan
bewegen.
Controleer of het D.E.S.S.-contact goed werkt door de
D.E.S.S.-sleutel uit het D.E.S.S.-contact te trekken.
Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L).
Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test de remmen. Het
rempedaal moet weerstand bieden wanneer het wordt ingedrukt.
Het pedaal moet terugkeren naar de ruststand wanneer u het
loslaat. De remmen moeten correct reageren op de handelingen
van de bestuurder.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
TE INSPECTEREN
TE INSPECTEREN