RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
2. Bougie vuil of beschadigd.
-
Vervang de bougies.
3. Motorluchtfilter verstopt of vuil.
Controleer de luchtfilter en vervang hem indien nodig.
-
Controleer het motorluchtfilterhuis op vuilafzetting.
-
4. Water in de CVT
-
Tap het water in de CVT af. Raadpleeg het hoofdstuk SPECIALE
PROCEDURES.
5. CVT vuil of versleten.
-
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
6. Gebrek aan brandstof
Vuile of verstopte voorfilter van de brandstofpomp. Zorg voor on-
-
derhoud, reparatie of vervanging door een erkende Can-Am-dealer,
reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze. Raadpleeg de
EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA in deze handlei-
ding voor informatie over garantieclaims.
7. De motor draait in terugkeermodus.
-
Lees de meldingen op de multifunctionele display.
-
Het motorverklikkerlichtje van de multifunctionele meter brandt en
op de display wordt MOTOR MANAGEMENT NOOD PROGRAMMA
weergegeven. Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door
een erkende Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van
uw keuze. Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN
US EPA in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
1. Koelvloeistof in het koelsysteem op een laag peil.
Controleer het koelmiddelpeil en vul bij. Zie het hoofdstuk ONDER-
-
HOUDSPROCEDURES. Zorg voor onderhoud, reparatie of vervan-
ging door een erkende Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand
anders van uw keuze. Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE
GARANTIE VAN US EPA in deze handleiding voor informatie over
garantieclaims.
2. De koelventilator werkt niet.
-
Controleer of de koelventilator niet geblokkeerd is en goed werkt.
-
Controleer de ventilatorzekering. Zie ZEKERINGEN in het hoofdstuk
ONDERHOUDSPROCEDURES.
3. Vuile radiatorvinnen.
Controleer en reinig de radiatorvinnen. Zie het hoofdstuk ONDER-
-
HOUDSPROCEDURES.
MOTOR WEIGERT
1. Bougie vuil/beschadigd/versleten.
-
Vervang de zekeringen indien nodig.
132