Hoofdstuk 6
apparaat hebt geïnstalleerd. Als u de printcartridges uitlijnt, weet u zeker dat de
afdrukkwaliteit optimaal is.
Opmerking Als u een printcartridge die u eerder hebt verwijderd, opnieuw
installeert, zal het apparaat geen bericht weergeven over het uitlijnen van de
printcartridge. Het apparaat onthoudt de uitlijningswaarden voor die printcartridge,
zodat u de printcartridges niet opnieuw hoeft uit te lijnen.
De printcartridges uitlijnen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat
1. Plaats ongebruikt gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als er gekleurd papier in de invoerlade zit tijdens het uitlijnen van
de printcartridges, mislukt het uitlijnen. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier
in de invoerlade en probeer opnieuw uit te lijnen.
2. Druk op de knop
3. Selecteer Tools en daarna Cartridge uitlijnen.
Op het apparaat wordt een pagina voor de uitlijning van de printcartridge afgedrukt.
4. Plaats de uitlijningspagina met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
72
Werken met printcartridges
(configuratie) op het bedieningspaneel van het apparaat.