Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aantal Aandrijvingen; Aandrijvingskeuze; Keuzeconditie - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aantal aandrijvingen [392]

Stelt het totale aantal gebruikte aandrijvingen in, inclusief de
Master-FO. De instelling hier is afhankelijk van de parame-
ter Aandr. Keuze [393]. Het is belangrijk om na het kiezen
van het aantal aandrijvingen de relais voor de pompregeling
in te stellen. Als de digitale ingangen ook voor statusfeed-
back worden gebruikt, moeten deze worden ingesteld voor
pompregeling.
392 Aantal Aandr
A
Stp
Standaard:
1
Aantal aandrijvingen als I/O-print niet wordt
1-3
gebruikt.
Aantal aandrijvingen als 'Wisselende MAS-
1-6
TER' wordt gebruikt. Zie Aandrijvingskeuze
[363]. (I/O-print wordt gebruikt).
Aantal aandrijvingen als 'Vaste MASTER'
1-7
wordt gebruikt. Zie Aandrijvingskeuze [363].
(I/O-print wordt gebruikt).
LET OP: Gebruikte relais moeten worden gedefinieerd
als Slave-pomp of Master-pomp. Gebruikte digitale
ingangen moeten worden gedefinieerd als pompfeed-
back.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat

Aandrijvingskeuze [393]

Stelt de primaire werking van het pompsysteem in. 'Volgo-
rde' en 'Run Tijd' zijn voor bedrijf met een Vaste
MASTER. 'Alles' betekent het gebruik van een Wisselende
MASTER-stand.
393 Aandr. Keuze
A
Stp
Stand-
Volgorde
aard:
Werking met vaste MASTER:
- De extra aandrijvingen worden in volgorde
gekozen, d.w.z. eerst pomp 1, dan pomp 2
Volgorde
0
enz.
- Er kunnen maximaal 7 aandrijvingen
worden gebruikt.
Emotron AB 01-3694-03r1a
1
43162
169/66
UInt
UInt
Volgorde
Werking met vaste MASTER:
- De extra aandrijvingen worden gekozen op
basis van de runtijd. De aandrijving met de
laagste runtijd wordt dus als eerste
gekozen. De runtijd wordt in volgorde
bewaakt in menu's [39H] tot en met [39M].
Run Tijd
1
De runtijd kan voor iedere aandrijving
worden gereset.
- Als aandrijvingen worden stopgezet, wordt
eerst de aandrijving met de langste runtijd
stopgezet.
- Er kunnen maximaal 7 aandrijvingen
worden gebruikt.
Werking met wisselende MASTER:
- Als de aandrijving wordt ingeschakeld,
wordt één aandrijving als de Master-aandri-
jving gekozen. De selectiecriteria zijn
afhankelijk van Keuzeconditie [394]. De
aandrijving zal worden geselecteerd op
basis van de runtijd. De aandrijving met de
Alles
2
laagste runtijd wordt dus als eerste
gekozen. De runtijd wordt in volgorde
bewaakt in menu's [39H] tot en met [39M].
De runtijd kan voor iedere aandrijving
worden gereset.
- Er kunnen maximaal 6 aandrijvingen
worden gebruikt.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
LET OP: Dit menu wordt NIET weergegeven als er minder
dan 3 aandrijvingen zijn gekozen.

Keuzeconditie [394]

Deze parameter bepaalt de criteria voor het wijzigen van de
master. Dit menu wordt alleen weergegeven als de Wisse-
lende MASTER-stand is gekozen. De verstreken runtijd van
iedere aandrijving wordt bewaakt. De verstreken runtijd
bepaalt altijd welke aandrijving de 'nieuwe' master-aandrijv-
ing wordt.
Deze functie is alleen actief en zichtbaar als de parameter
Aandr. Keuze [393]=Alles.
43163
169/67
UInt
UInt
Functiebeschrijving
93

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave