Tabel 28 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen
InverterFout
Desat
InverterFout
Ventilatorstoring
HCB-storing
Desat
Desat U+
Desat U-
Desat V+
Desat V-
Desat W+
Desat W-
Desat BCC
Tussenkringstoring
12.3 Onderhoud
De FO is zo ontworpen dat er geen service of onderhoud
nodig is. Er zijn echter enkele zaken die regelmatig gecontro-
leerd moeten worden.
Alle FO's hebben ingebouwde ventilatoren die automatisch
ingeschakeld worden als de temperatuur van het koellichaam
de 60° C bereikt. Dit betekent dat de ventilatoren alleen
draaien als de FO in bedrijf is en belast wordt. De koellicha-
men zijn zodanig vormgegeven dat de ventilator de koelings-
lucht niet door het binnenste van de FO blaast, maar alleen
over het buitenste oppervlak van de het koellichaam. Draai-
ende ventilatoren zullen echter altijd stof aantrekken. Afhan-
kelijk van de omgeving zullen de ventilator en het
koellichaam stof vangen. Controleer dit en maak het koelli-
chaam en de ventilatoren indien nodig schoon.
Als FO's in kasten ingebouwd worden, controleer dan ook
de stoffilters van de kasten regelmatig en maak deze regel-
matig schoon.
Controleer de externe bedrading, aansluitingen en stuursig-
nalen. Draai de klemschroeven indien nodig aan.
Emotron AB 01-3694-03r1a
Overbelastingstoestand in de tussenkring:
-
Harde kortsluiting tussen fasen of
fase en aarde
-
Saturatie van het
stroommeetcircuit
-
Aardingsfout
-
Desaturatie van IGBT's
-
Piekspanning op tussenkring
Storing op vermogensprint.
Storing in ventilatormodule
Storing in module gestuurde gelijkrichter
(HCB)
Storing in uitgangstrap,
desaturatie van IGBT's
Spanningsrimpel tussenkring overschrijdt
maximumniveau
-
Controleer op slechte motorkabel-
aansluitingen.
-
Controleer op slechte aansluiting
aardekabel
-
Controleer op water en vocht in het
motorhuis en de kabelaansluitingen
-
Controleer of de gegevens van het
typeplaatje van de motor correct
ingevoerd zijn.
-
Zie overspanningstrips
-
Controleer de netvoedingsspanning
-
Controleer op verstopte filters
-
Controleer de netvoedingsspanning
-
Controleer op slechte motorkabel-
aansluitingen.
-
Controleer op slechte aansluitingen
aardekabel
-
Controleer op water en vocht in het
motorhuis en de kabelaansluitingen
-
Zorg ervoor dat alle drie fasen goed zijn
aangesloten en dat de klemschroeven
zijn aangehaald.
-
Controleer of de netvoedingsspanning
binnen de limieten van de FO valt.
-
Probeer alternatieve netvoedings-
leidingen te gebruiken als de dip wordt
veroorzaakt door andere machines.
Problemen oplossen, diagnose en onderhoud
143