Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan De Slag; Voedingsspannings- En Motorkabels Aansluiten; Voedingsspanningskabels; Motorkabels - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.

Aan de slag

Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien
hoe u de motoras het snelst aan het draaien krijgt. Wij zullen
u twee voorbeelden laten zien: externe bediening en hand-
bediening.
We gaan ervan uit dat de FO is gemonteerd op een wand of
in een kast volgens de beschrijving in het hoofdstuk 2. page
7.
Eerst krijgt u algemene informatie over het aansluiten van
netspannings-, motor- en besturingskabels. In de volgende
sectie wordt het gebruik van de functietoetsen op het bedi-
enpaneel beschreven. De daaropvolgende voorbeelden m.b.t.
externe bediening en handmatige bediening beschrijven het
programmeren/instellen van de motorgegevens en het laten
werken van de FO en de motor.
5.1
Voedingsspannings- en
motorkabels aansluiten
Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels vol-
gens de lokale voorschriften. De kabel moet de belast-
ingsstroom van de FO kunnen overbrengen.

5.1.1 Voedingsspanningskabels

1. Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 25.
De FO heeft een RFI-netspanningsfilter dat voldoet aan
de norm voor de 2e omgeving.

5.1.2 Motorkabels

2. Sluit de motorkabels aan volgens Fig. 25. Om te voldoen
aan de EMC-richtlijn moet u gebruik maken van afge-
schermde kabels en moet de motorkabelafscherming aan
beide uiteinden worden aangesloten: op de behuizing
van de motor en de behuizing van de FO.
DC
L1
L2 L3 PE
Fig. 25 Aansluiting van voedingsspannings- en motorkabels
Tabel 14 Netspannings- en motoraansluiting
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Emotron AB 01-3694-03r1a
DC
R
U
V
-
+
WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen
werken, moet de netspanningsaarde worden
verbonden met de PE en de aarde van de
motor met
5.2

Stuurkabels aansluiten

Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten. In
dit voorbeeld is sprake van rotatie rechtsom door motor/FO.
Om te voldoen aan de EMC-norm dient u gebruik te maken
van gevlochten, afgeschermde besturingskabels met flexibele
draad tot maximaal 1.5 mm
2
maal 2.5 mm
.
3. Sluit een referentiewaarde aan tussen klemmen 7 (massa)
en 2 (AnIn 1) als in Fig. 26.
4. Sluit een externe startknop aan tussen klem 11 (+24
VDC) en 8 (DigIn1, RUN) als inFig. 26.
Referentie
0-10 V
Start
W
Fig. 26 Bedrading
.
2
of massieve draad tot maxi-
12
1
13
2
14
3
15
4
16
5
17
6
18
7
19
8
20
9
21
10
22
11
41
31
42
32
43
33
51
52
Aan de slag
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave