Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Preset Ref 1 [362] Tot En Met Preset Ref; Pid-Processturing [380]; Pid-Regeling Proces - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Preset Ref 1 [362] tot en met Preset
Ref 7 [368]
Vooraf ingestelde toerentallen hebben voorrang op de anal-
oge ingangen. Vooraf ingestelde toerentallen worden geac-
tiveerd door de digitale ingangen. De digitale ingangen
moeten op de functies Preset Ref 1, Preset Ref 2 of Preset
Ref 4 worden ingesteld.
Afhankelijk van het aantal digitale ingangen dat wordt
gebruikt, kunnen er maximaal 7 vooraf ingestelde toerental-
len worden geactiveerd per parameterset. Wanneer gebruik
wordt gemaakt van alle parametersets zijn er maximaal 28
vooraf ingestelde toerentallen mogelijk.
362 Preset Ref 1
A
Stp
Standaard:
Toerental, 0 rpm
Afhankelijk
Procesbron [321] en Proceseenheid [322]
van:
Toerental-
Min toeren - max toeren
modus
Min volgens menu [324] - max volgens menu
Andere modi
[325]
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Dezelfde instellingen gelden voor de volgende menu's:
[363] Preset Ref 2, met standaardwaarde 250 rpm
[364] Preset Ref 3, met standaardwaarde 500 rpm
[365] Preset Ref 4, met standaardwaarde 750 rpm
[366] Preset Ref 5, met standaardwaarde 1000 rpm
[367] Preset Ref 6, met standaardwaarde 1250 rpm
[368] Preset Ref 7, met standaardwaarde 1500 rpm
De keuze van de vooraf ingestelde waarden verloopt volgens
Tabel 22.
Tabel 22
Preset
Preset
Preset
Ctrl3
Ctrl2
Ctrl1
0
0
0
1)
0
0
1
1)
0
1
0
0
1
1
1)
1
0
0
1
0
1
Emotron AB 01-3694-03r1a
0rpm
43132–43138
169/36–169/42
Lang
EInt
Uitgangstoerental
Analoge referentie zoals
geprogrammeerd
Preset Ref 1
Preset Ref 2
Preset Ref 3
Preset Ref 4
Preset Ref 5
Tabel 22
Preset
Preset
Preset
Ctrl3
Ctrl2
Ctrl1
1
1
0
1
1
1
1)
= gekozen als slechts één vooraf ingestelde referentie actief
is
1 = actieve ingang
0 = niet-actieve ingang
LET OP: Als alleen Preset Ctrl3 actief is, kan Preset Ref
4 worden gekozen. Als Preset Ctrl2 en Preset Ctrl3
actief zijn, kunnen Preset Ref 2, Preset Ref 4 en Preset
Ref 6 worden gekozen.

11.4.7 PID-processturing [380]

De PID regelaar wordt gebruikt om een extern proces te
sturen via een feedbacksignaal. De referentiewaarde kan
worden ingesteld via de analoge ingang AnIn1, op het bedi-
enpaneel [310] met behulp van een vooraf ingestelde refer-
entie of via seriële communicatie. Het feedbacksignaal moet
worden aangesloten op een analoge ingang die is ingesteld
voor de functie Proceswaarde.

PID-regeling proces [381]

Deze functie schakelt de PID-regelaar in en definieert de
reactie op een veranderd feedbacksignaal.
381 PID Regeling
A
Stp
Standaard:
Uit
Uit
0
PID-regeling gedeactiveerd.
De toerental neemt toe naarmate de feed-
Aan
1
backwaarde afneemt. PID-instellingen vol-
gens menu's [382] tot en met [385].
De toerental neemt af als de feedback-
Omkeren
2
waarde afneemt. PID-instellingen volgens
menu's [382] tot en met [385].
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Uitgangstoerental
Preset Ref 6
Preset Ref 7
Uit
43154
169/58
UInt
UInt
Functiebeschrijving
91

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave