Plaatsing van motorkabels
Houd de motorkabels zo ver mogelijk uit de buurt van
andere kabels, met name stuursignalen. De minimale
afstand tussen motorkabels en besturingskabels is 30 cm.
Laat de motorkabels niet parallel lopen aan andere kabels.
De stuurstroomkabels moeten andere kabels kruisen onder
een hoek van 90°.
Lange motorkabels
Als de verbinding naar de motor langer is dan 100 m (40 m
voor modellen 003-013), is het mogelijk dat de capacitieve
stroompieken bij overstroom een trip veroorzaken. Het
gebruik van uitgangsspoelen kan dit voorkomen. Neem con-
tact op met uw leverancier voor de juiste spoelen.
Het gebruik van schakelaars in motorkabels
Het verdient geen aanbeveling schakelaars in de motoraan-
sluitingen te gebruiken. Wanneer dit echter onvermijdelijk is
(bijv. bij noodschakelaars of werkschakelaars), dient u de
schakelaar alleen te gebruiken als de stroom nul is. Als dit
niet gedaan wordt, kan de FO trippen als gevolg van stroom-
pieken.
3.2.2 Voedingsspanningskabels
Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels vol-
gens de lokale voorschriften. De kabel moet de belastings-
stroom van de FO kunnen overbrengen.
Eisen voor het kiezen van voedingss-
panningskabels
• De voedingsspanningskabels hoeven niet afgeschermd te
zijn.
• Gebruik hittebestendige kabels, +60°C of hoger.
• Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig
de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel 42,
pagina 156.
• De litze-draadverbinding is alleen nodig als de bevesti-
gingsplaat is voorzien van een laklaag. Alle FO's hebben
een ongelakte achterzijde en zijn daarom geschikt voor
montage op een ongelakte bevestigingsplaat.
Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 18 De FO
heeft een RFI-netspanningsfilter dat voldoet aan de norm
voor de tweede omgeving.
Emotron AB 01-3694-03r1a
DC
L1
L2 L3 PE
Fig. 18 Netspannings- en motoraansluitingen
Tabel 6
Netspannings- en motoraansluiting
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde (beveiligde aarde)
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Remweerstand, tussenkring-
(DC-),DC+,R
aansluitingen (optioneel)
LET OP: De aansluitklemmen voor remweerstanden en
tussenkringaansluitingen worden alleen gemonteerd als
de remchopper-optie is ingebouwd.
WAARSCHUWING: De remweerstand moet
zijn aangesloten tussen aansluitklemmen
DC+ en R.
WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen
werken, moet de aarde van de netvoeding
worden verbonden met PE en de aarde van
de motor met
OPTIE
DC
R
U
V
-
+
.
Installatie
W
13