Enable- en Stop-functies
Beide functies kunnen afzonderlijk of gelijktijdig worden
gebruikt. Welke functie moet worden gebruikt, hangt af van
de toepassing en de regelmodus van de ingangen (Niveau/
Flank [21A]).
LET OP: In de Flank-modus moet ten minste één digitale
ingang zijn geprogrammeerd voor "stop ", omdat de Run-
commando's dan alleen in staat zijn om de FO te
starten.
Enable
Ingang moet actief zijn (HI) om een Run-signaal mogelijk te
maken. Als de ingang wordt ingesteld op LAAG, wordt de
uitgang van de FO onmiddellijk uitgeschakeld en zal de
motor uitlopen.
VOORZICHTIG: Als de Enable-functie niet is
!
geprogrammeerd voor een digitale ingang,
wordt de functie intern als actief beschouwd.
Stop
Als de ingang laag is, zal de FO stoppen op basis van de
gekozen stopmodus die is ingesteld in menu [33B] Stop
Mode. Fig. 30 toont de functie van de Enable- en de Stop-
ingang en de Stop Mode=Decel [33B].
Om te kunnen starten moet de ingang hoog zijn.
LET OP: De Stop Mode=Afbreken [33B] geeft hetzelfde
resultaat als de Enable-ingang.
STOP
(STOP=DECEL)
UITGANGS-
TOERENTAL
ENABLE
UITGANGS-
TOERENTAL
(06-F104_NG)
Fig. 30 Functionaliteit van de Stop- en Enable-ingang
32
Hoofdfuncties
t
t
(of als Invangen wordt gekozen)
Reset- en Autoreset-bediening
Als de FO zich in de stopmodus bevindt als gevolg van een
triptoestand, kan de FO op afstand worden gereset door een
puls (omschakeling van "laag" naar "hoog") op de Reset-
ingang, standaard op DigIn 4. Afhankelijk van de gekozen
regelmethode vindt er een herstart plaats. Dit gebeurt als
volgt:
Niveausturing
Als de Run-ingangen in hun stand blijven staan, zal de FO
onmiddellijk starten nadat het Reset-commando gegeven
wordt.
Flanksturing
Nadat het Reset-commando gegeven is, moet er een nieuw
Run-commando volgen om de FO opnieuw te starten.
Autoreset kan worden ingeschakeld als de Reset-ingang con-
tinu actief is. De Autoreset-functies worden geprogram-
meerd in het menu Autoreset [250].
LET OP: Als de stuurcommando's zijn geprogrammeerd
voor toetsenbordbediening, is Autoreset niet mogelijk.
Run-ingangen niveaugestuurd
De ingangen zijn standaard ingesteld voor niveausturing.
Dit betekent dat een ingang wordt geactiveerd door deze op
continu "Hoog" in te stellen. Deze methode wordt vooral
toegepast als er bijvoorbeeld PLC's worden gebruikt om de
FO aan te sturen.
VOORZICHTIG: Niveaugestuurde ingangen zijn
!
NIET conform de Machinerichtlijn als de ingan-
gen rechtstreeks gebruikt worden om de
machine te starten en te stoppen.
De voorbeelden in deze en de volgende paragraaf volgen de
ingangskeuze in Fig. 31.
Stop
RunR
RunL
Enable
Reset
+24 V
Fig. 31 Bedradingsvoorbeeld Run/Stop/Enable/Reset-ingangen
12
1
13
2
14
3
15
4
16
5
17
6
18
7
19
8
20
9
21
10
22
11
Emotron AB 01-3694-03r1a