Inhoudsopgave
Advertenties
6. Ondersteunende instellingen en bewerkingen
wordt verwerkt (zie hieronder).
Standaard aantal cassettes — stel het standaard aantal cassettes voor elke programma-
l
uitvoering in. Indien Vraag naar aantal cassettes is ingeschakeld, wordt het dialoogvenster
voorafgaand aan elke run geopend en wordt het aantal cassettes weergegeven. U kunt het
aantal accepteren of wijzigen. Indien Vraag om aantal cassettes is uitgeschakeld, gebruikt het
systeem het hier ingevoerde aantal cassettes voor alle verwerkingsruns. In dit geval moet u
ervoor zorgen dat u een correcte gemiddelde waarde invoert. Het aantal dat u invoert, wordt
door het reagensmanagementsysteem gebruikt om reagensconcentraties te berekenen.
Standaard carryover— de standaardoverdrachtinstelling die wordt gebruikt voor nieuwe
l
programma's (zie 4.1.5 - Carryoverinstellingen).
Conc. weergeven — (alleen bekijken): verbergt de actuele wax- en flesconcentraties of geeft
l
deze weer op het scherm Status.
6.3.2.2
Reagensdrempelcontrole
De vier knoppen in het onderdeel Reagensdrempelcontrole op het scherm Reagensmanagement
geven weer welke typen reagensdrempels het systeem gebruikt (zie 5.1.3 - Drempels). Standaard zijn
alle vier de drempeltypen ingeschakeld. Neem contact op met uw contactpersoon van de
klantenservice om deze instellingen te wijzigen.
Per Cassette — het systeem houdt het aantal cassettes bij dat door het reagens in elk station
l
wordt verwerkt. Als voor het reagenstype een cassettedrempel is ingesteld, gaat er een alarm
af als het station die drempel overschrijdt.
Per cyclus — het systeem houdt het aantal door het reagens in elk station uitgevoerde
l
bewerkingsruns bij. Als voor het reagenstype een cyclusdrempel is ingesteld, gaat er een alarm
af als het station die drempel overschrijdt.
Per dag — het systeem houdt het aantal dagen bij dat het reagens in elk station geladen is. Als
l
voor het reagenstype een dagdrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station die
drempel overschrijdt.
Per conc. — het systeem houdt de reagensconcentratie in elk station bij. Als voor het
l
reagenstype een concentratiedrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station die
drempel overschrijdt.
6.3.2.3
Retorten
Het onderdeel Retorten van het scherm Reagensmanagement geeft de status van elke retort en het
laatste voor elke retort gebruikte reagens weer. Ook wordt de lege toegangstemperatuur (de
maximale temperatuur waarbij het veilig is om lege retorten te openen) weergegeven. Als u met een
handeling begint waarvoor u een retort moet openen waarvan de temperatuur deze waarde
overschrijdt, krijgt u een waarschuwing van het systeem.
188
© Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd 2022 HistoCore PELORIS 3 Gebruikershandleiding Rev. A08
Advertenties
Inhoudsopgave
