5. Reagens instellen
Aanbevolen eosineconcentraties voor de verschillende fasen worden hieronder aangegeven. Er zijn
tests uitgevoerd met Surgipath alcoholische Eosine (1%) - catalogusnr. 3801600.
5.1.6.1
Voorkeur 1 - Tijdens couperen
Gebruik 10 ml 1% vloeibare eosine per liter formaline.
U kunt de concentratie variëren overeenkomstig de duur van het bewerkingsprogramma, aangezien
wat kleurstof verloren zal gaan. Een nadeel van kleuren tijdens het couperen is dat specimens niet
even lang worden geabsorbeerd in de gekleurde formaline.
5.1.6.2
Voorkeur 2 - In fixatief in PELORIS 3
Gebruik 50 ml 1% vloeibare eosine per 5-literfles met formaline.
5.1.6.3
Voorkeur 3 - In alcohol in PELORIS 3 (xyleen)
Gebruik 10-25 ml 1% vloeibare eosine per 5-literfles met ethanol. (Er zijn acht ethanolflessen in de
aanbevolen flesconfiguratie voor xyleenbewerking.)
Specimens worden even lang in het gekleurde reagens geabsorbeerd, waardoor de kleuring
consistent is. Programma's die langer dan twee uur duren, kunnen leiden tot overkleuring. Verlaag
dus indien nodig de eosineconcentratie.
5.1.6.4
Voorkeur 3 - In alcohol in PELORIS 3 (xyleen-vrij)
Gebruik 250 ml 1% vloeibare eosine per 5-literfles met 85% ethanol. (Er zijn drie flessen met 85%
ethanol in de aanbevolen flesconfiguratie voor xyleen-vrije bewerking.)
Specimens worden even lang in het gekleurde reagens geabsorbeerd, waardoor de kleuring
consistent is. Programma's die langer dan twee uur duren, kunnen leiden tot overkleuring. Verlaag
dus indien nodig de eosineconcentratie.
5.1.7
Reagenscompatibiliteit
Voor weefselbewerking zijn incompatibele reagentia nodig. De PELORIS 3-software zorgt ervoor dat
alleen compatibele reagentia vermengd kunnen worden. Reagensvermenging treedt doorgaans op als
een reagens in een retort komt in de Lege toestand (de retort bevat nog resten van het vorige
reagens). Dit kan optreden tijdens een programma, tijdens manuele bewerkingen of tijdens externe en
vul-/leegprocedures.
U kunt een programma niet starten als het eerste reagens incompatibel is met het retortresidu. U kunt
echter wel een programma laden met een incompatibele eerste stap, en het dan bewerken zodat het
eerst gebruikte reagens compatibel is met het retortresidu (zie
run
veranderen).
138
© Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd 2022 HistoCore PELORIS 3 Gebruikershandleiding Rev. A08
3.4.2 - De beginstap voor een enkele