Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Van De Voetsensor; Geschiedenis; Geschiedenis Weergeven; Gegevenstotalen Weergeven - Garmin Forerunner 220 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4
Ga hardlopen.
5
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u
te stoppen.

Kalibratie van de voetsensor

De voetsensor kalibreert zichzelf. De nauwkeurigheid van de
snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht met behulp van GPS.

Geschiedenis

Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën,
gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid, rondegegevens, en
optionele ANT+ sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de
oudste gegevens overschreven.

Geschiedenis weergeven

1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Activiteiten.
2
Gebruik
en
om uw opgeslagen activiteiten weer te
geven.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Details om aanvullende informatie over de
activiteit weer te geven.
• Selecteer Ronden om een ronde te selecteren en extra
informatie weer te geven over elke ronde.
• Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te
verwijderen.

Gegevenstotalen weergeven

U kunt gegevens over de totaal afgelegde afstand en totaal
verstreken tijd weergeven die zijn opgeslagen op uw toestel.
1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Totalen.
2
Selecteer zo nodig het activiteittype.
3
Selecteer een optie om uw wekelijkse of maandelijkse totalen
weer te geven.

Geschiedenis verwijderen

1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Opties.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Wis alle activiteiten om alle activiteiten uit de
geschiedenis te verwijderen.
• Selecteer Herstel totalen om alle totalen voor afstand en
tijd te herstellen.
OPMERKING: Opgenomen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
3
Bevestig uw selectie.

Gegevensbeheer

OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
98, ME, Windows NT
, en Mac
®

Bestanden verwijderen

Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
Geschiedenis
om de timer
OS 10.3 en ouder.
®
LET OP

De USB-kabel loskoppelen

Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Op Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
• Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.

Uw toestel aanpassen

Uw gebruikersprofiel instellen

U kunt uw persoonlijke gegevens instellen, zoals geslacht,
geboortejaar, lengte, gewicht en hartslagzones
hartslagzones instellen, pagina
informatie om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.

Activiteitinstellingen

Met de volgende instellingen kunt u uw toestel aanpassen aan
uw trainingsbehoeften. U kunt bijvoorbeeld gegevensschermen
aanpassen en waarschuwingen en trainingsfuncties
inschakelen.

Gegevensschermen aanpassen

U kunt gegevensschermen aanpassen voor uw
activiteitinstellingen.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen.
2
Selecteer een scherm.
3
Schakel indien nodig het gegevensscherm in.
4
Selecteer indien nodig een gegevensveld.

Waarschuwingen

U kunt waarschuwingen gebruiken om gericht te trainen op een
bepaalde hartslag en een bepaald tempo, en om hardloop-/
wandelintervals in te stellen.
Bereikwaarschuwingen instellen
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het
toestel een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Als u bijvoorbeeld een optionele
hartslagmeter hebt, kan het toestel u waarschuwen als uw
hartslag minder 90 slagen per minuut (bpm) en meer 180 slagen
per minuut is.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitinstellingen >
®
95,
Waarschuwingen.
2
Selecteer Hartslag of Tempo.
3
Schakel de waarschuwing in.
4
Voer de minimum- en maximumwaarden in.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. Het toestel laat ook een pieptoon
horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
toestelgeluiden instellen, pagina
Looppauze-waarschuwingen instellen
In bepaalde hardloopprogramma's worden regelmatige
looppauzes ingelast. Tijdens een lange training kan het toestel u
bijvoorbeeld waarschuwingen geven om na vier minuten
(Uw
4). Het toestel gebruikt deze
(De
6).
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave