MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 4 - INSTALLATIE
13.3 4-20 mA lusaangedreven sensoraansluitingen
Lusaangedreven sensors hebben een tweedraadaansluiting nodig. In de
sensordocumentatie staan de positieve en negatieve lusaansluitingen
beschreven, gewoonlijk respectievelijk bruin en blauw.
Aan System 57-zijde van de veldkabel moeten de twee sensordraden
aangesloten zijn op een van de S, 01, NS-klemmen van de veldinterface/
relaiskaart die aangesloten is op de benodigde regelkaart met één
kanaal. De twee gebruikte klemmen hangen af van de locatie van de
meetweerstand: in de lusvoeding of in het retourtraject. De linkopties
moeten ook juist worden ingesteld op de 4-20 mA sensoraandrijfmodule
(zie deel 12.3).
Het sensorkabelscherm moet op de systeemaarde aangesloten zijn.
Dit wordt gedaan bij de veldinterface/relaiskaart via de AARDE-klem
of op een andere geschikte wijze als de kabel de kast via een metalen
kabelpakking binnen gaat.
4-28
5701 Regelsysteem