MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 7 - ENGINEERING
PROCEDURES
7.
REGELING KATALYTISCHE
SENSORBRUGSTROOM
De functie die hoort bij de SENSOR mA-knop wordt alleen geactiveerd
als een regelkaart is geselecteerd die is geconfigureerd voor een
katalytische ingang. Als op de knop wordt gedrukt wanneer andere
regelkaarten zijn geselecteerd, dan gebeurt er niets en verschijnt er
een waarschuwing.
Als u de functie voor de katalytische sensorbrugstroom wilt gebruiken,
gaat u als volgt te werk:
(1)
Steek de engineeringsleutel in het voorpaneelcontact van de
engineeringkaart en controleer of het ontgrendeld-led-lampje (
brandt.
Houd de RESETTEN/SELECTEREN-knop van de benodigde
(2)
regelkaart ca. 1,5 seconden ingedrukt en controleer of de
geselecteerde regelkaart aangeeft dat hij is geselecteerd door het
selectiepictogram weer te geven.
(3)
Druk op de SENSOR mA-knop en controleer of mA
op het berichtdisplay van de geselecteerde regelkaart
staat en of het digitale display de eigenlijke brugstroom
weergeeft.
(4)
Als de weergegeven brugstroom niet op de benodigde
waarde staat, gebruikt u de
aangegeven brugstroomwaarde te verhogen of te verlagen, totdat
de gewenste waarde is weergegeven.
Opmerking: 1.
2.
(5)
Druk op de
knop om de nieuwe brugstroom permanent in te stellen.
De geselecteerde regelkaart keert dan automatisch terug naar de
normale geselecteerde stand.
en
Alleen brugstroomwaarden met de geconfigureerde
boven- en ondergrenswaarden kunnen worden
ingesteld.
Als op de
knop wordt gedrukt, wordt de
weergegeven stroom geannuleerd, zonder dat de
opgeslagen waarde wordt gewijzigd.
7-11
5701 Regelsysteem
knoppen om de
)