MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 10 - SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG
GEBRUIK VOLGENS EC-TYPE INSPECTIECERTIFICAAT
BVS 04 ATEX G 001 X
- Als er geen lokale foutrelais zijn geconfigureerd, moet een
hoofdfoutrelais geconfigureerd worden.
- Als relais worden gebruikt voor het signaleren van update-
alarmen, mogen geen andere alarmen of berichten
aan die relais worden toegewezen. De configuratie van
updateberichten voor 'blokkeren' moet vermeden worden.
- Relais met tijdvertraging mogen niet gebruikt worden.
- De status van het regeltoestel verkregen via Modbus mag
alleen worden gebruikt voor visualisatie of documentatie,
maar niet voor veiligheidsdoeleinden. Schrijftoegang via
Modbus moet vermeden worden. Dit certificaat geldt alleen
voor informatie die kan worden verkregen met Modbus-
functies 02 en 04.
- Wanneer een regelkaart 5701 wordt geconfigureerd
voor hoofd- of gestemde alarmen en ook voor hoofd-
of gestemde fout- of blokkeringsberichten, moeten
relaiskaarten met een hoge integratie worden gebruikt.
Als er geen relaiskaarten met een hoge integratie worden
gebruikt, moeten drievoudige relaiskaarten worden gebruikt.
In dat geval geven beide relais en de led-lampjes van deze
regelkaart alleen de status van de hoofd- of stemgroep
weer. Voor een 'X uit Y'-verbinding met > 1 stemmen (X),
worden lokale alarmen of berichten van deze regelkaart niet
weergegeven als minder dan X regelkaarten respectievelijk
de alarm-, fout- of de blokkeerstatus hebben geactiveerd.
Daarom moeten stemgroepen zo worden geconfigureerd
dat '1' stem wordt gebruikt voor gestemde fouten en
blokkeringsberichten, zodat de signalering van de lokale
fout- en blokkeringsstatus van de regelkaart mogelijk is.
- Relais 1 van een relaiskaart met hoge integriteit wordt altijd
aan een lokale fout toegewezen. Het wordt ook gebruikt
voor signalering van een storing van de relaiskaart met
hoge integriteit zelf. Daarom moet dit relais voor elke
relaiskaart met hoge integriteit gecontroleerd worden.
- Het alarmniveau met de hoogste veiligheidsrelevantie moet
als vergrendelend worden geconfigureerd.
- Het regeltoestel moet in een trillingvrije ruimte worden
geïnstalleerd.
10-3
5701 Regelsysteem