MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 4 - INSTALLATIE
5.
BENODIGD VERMOGEN
De System 57 functioneert met een nominale 24V (18-32V) dc-
vermogensingang die uit verschillende bronnen kan worden betrokken,
zoals de netstroom, een apart ac-naar-dc-voedingstoestel, lokale dc-
voeding van de vestiging en/of back-up dc-voeding van een batterij.
De voeding wordt naar de System 57 geleid via de dc-ingangkaart die
de klemmenblokken levert, zodat flexibele vermogensaansluitingen en
diode-isolatie voor twee aparte voedingsingangen mogelijk zijn.
Het benodigde stroomvermogen hangt af van de sensortypes, het
aantal kanalen en de configuratie van de System 57. Het volgende
berekeningsblad voor het voedingsbudget stelt u in staat het benodigde
systeemvermogen in het ergste geval snel en eenvoudig te berekenen.
Vaak kan een lager stroomvermogen worden gebruikt, maar er moet
wel een uitgebreide stroomvermogensanalyse worden uitgevoerd om
de precieze vereisten te vast te stellen.
De 8-weg ac-naar-dc-voedingstoestellen zorgen voor een 50W dc-
voeding of een 100W dc-voeding, afhankelijk van het feit of er een of
twee schakelstandmodules deel van het vermogenstoestel uitmaken.
Ook de 16-weg ac-naar-dc-voedingstoestellen zorgen voor een 50W,
100W, 150W of 200W dc-voeding, afhankelijk van het feit of er een,
twee, drie of vier schakelstandmodules deel van het vermogenstoestel
uitmaken.
Zo berekent u het benodigde vermogen:
(1)
Voer in kolom B het aantal toestellen van elk soort in dat voor het
systeem wordt gebruikt.
(2)
Vermenigvuldig dit met het weergegeven vermogen in kolom C.
(3)
Voer het resultaat in kolom D in.
(4)
Tel kolom D bij elkaar op om het totale benodigde vermogen te
berekenen.
4-9
5701 Regelsysteem