MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 5 - INBEDRIJFSTELLING EN
ONDERHOUD
3.
KALIBRATIE
Laat de verbonden sensors stabiliseren door ze te laten rusten, zoals
in de sensorhandleiding staat beschreven.
Verstel de sensorkopstroom van katalytische sensors, zoals beschreven
in hoofdstuk 7, deel 7 en zet de stroom op de benodigde waarde, zoals
in de sensorhandleiding staat beschreven.
Op basis van de procedures van de gebruikte sensors, volgt u de
handleiding voor het nul- en 1e bereik dat uit hoofdstuk 7, delen 8 en
10. Kalibreer elk kanaal.
5-6
5701 Regelsysteem