MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 3 REGELINGEN EN
VOORZIENINGEN
3.3
Engineeringknoppen
3.3.1 Algemeen
De engineeringkaartknoppen regelen verschillende functies, afhankelijk
van het soort geplaatste regelkaart en van de aanwezigheid van de
engineeringsleutel.
3.3.2 Omhoog-knop ( )
Als op de omhoog-knop ( ) wordt gedrukt, wordt de waarde van de
regelbare functies verhoogd.
3.3.3 Omlaag-knop ( )
Als op de omlaag-knop ( ) wordt gedrukt, wordt de waarde van de
regelbare functies verlaagd.
3.3.4 De omhoog- en omlaag-knoppen tegelijkertijd indrukken
Deze functie kan alleen worden gebruikt als een seriële printer op het
rack is aangesloten. Als tegelijkertijd op de omhoog ( ) en omlaag ( )
knoppen wordt gedrukt, worden de configuratie en de status van de
regelkaart geprint.
3.3.5 Accepteren-knop ( )
Als op de accepteren-knop ( ) wordt gedrukt tijdens een van de
engineerfuncties, worden de gemaakte wijzigingen bevestigd en wordt
de functie geannuleerd.
3.3.6 Afwijzen-knop ( )
Als deze knop tijdens een van de engineeringfuncties wordt gebruikt
en zolang de accepteren-knop ( ) niet is gebruikt, worden met de
afwijzen-knop ( ) alle gemaakte wijzigingen gewist. Deze knop wordt
ook gebruik om een geselecteerde functie te deactiveren.
3.3.7 SENSOR mA-knop
Als de SENSOR mA knop wordt gebruikt, geeft het display van
de geselecteerde katalytische regelkaart informatie over de
sensorkopstroom van die kaart.
Deze stroom kan ook worden veranderd als de engineeringsleutel in
de engineeringkaart is gestoken.
3-15
5701 Regelsysteem