MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 3 REGELINGEN EN
VOORZIENINGEN
2.4
Resetten/Selecteren-knop
De RESETTEN/SELECTEREN-knop op het voorpaneel heeft vier
functies, al naar gelang de bediening:
a.
Alarm resetten
Als de RESETTEN/SELECTEREN-knop kort wordt ingedrukt,
worden alle vergrendelde alarmen, niet-actieve alarmen, fouten,
waarschuwingen of informatieberichten gereset, wordt de
piekwaarde-indicator op het display gewist en wordt een update
bevestigd als die situatie zich voordoet.
Opmerking: 'Niet-actieve alarmen' beschrijven de situatie wanneer
de oorzaak van een alarm is verholpen, maar het alarm
nog steeds wordt weergegeven vanwege vergrendelde
informatie. In niet-vergrendelde situaties zullen de aange-
geven alarmen automatisch worden gewist wanneer de
alarmoorzaak wordt verholpen.
b.
Kanaal selecteren
Als de RESETTEN/SELECTEREN-knop ca. 1,5 seconde wordt
ingedrukt, wordt de regelkaart geselecteerd voor functies waar de
engineeringkaart voor moet worden gebruikt.
c.
Uitgebreid resetten
Als de RESETTEN/SELECTEREN-knop vijf seconden ingedrukt
wordt:
i.
worden de maximum- en minimumgaswaarden van het kanaal
gewist.
ii.
worden alle actieve korte (STEL) en lange (LTEL)
blootstellingsalarmen gereset en wordt de timer op nul
gezet.
iii.
worden bij actieve tijdvertragingsfuncties alle relais met een
mogelijke trigger geactiveerd en worden alle vastgehouden
relais gewist.
d.
Kanaal deselecteren
Als de RESETTEN/SELECTEREN-knop kort wordt ingedrukt terwijl
een regelkaart wordt geselecteerd, worden de engineeringkaartfuncties
van de regelkaart gedeselecteerd.
Opmerking: De regelkaart kan ook gedeselecteerd worden door op de
-knop te drukken.
3-12
5701 Regelsysteem