MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 3 REGELINGEN EN
VOORZIENINGEN
3.3.8 ALARMEN-knop
Wanneer op de ALARMEN-knop wordt gedrukt, geeft het display van
de geselecteerde regelkaart informatie over het niveau en type (stijgend
of dalen) alarmniveau (A1, A2, A3, STEL, LTEL) van de kaart.
Als de engineeringsleutel in de engineeringkaart is gestoken, kunnen de
alarmniveaus worden gewijzigd, binnen de van tevoren gedefinieerde
limieten, en kunnen extra testfuncties worden gebruikt. Met deze
functie kunnen alle alarmen worden gecontroleerd en zo nodig kan het
bijbehorende uitgangrelais gebruikt worden.
3.3.9 SIGNAAL-knop
Als op de SIGNAAL-knop wordt gedrukt, geeft het display van de
geselecteerde regelkaart informatie over het sensorsignaal van die
kaart, en wel als volgt:
a.
4-20 mA regelkaart
b.
Katalytische regelkaart - Katalytische bruguitgang (gevoeligheid)
in mV.
3.3.10 NUL-knop
De NUL-knop kan alleen worden gebruikt als de engineeringsleutel
in de engineeringkaart is gestoken en dient om het nulpunt van de
geselecteerde regelkaart te kalibreren.
3.3.11 BEREIK-knop
De BEREIK-knop kan alleen worden gebruikt als de engineeringsleutel
in de engineeringkaart is gestoken en dient om het bereikpunt van de
geselecteerde regelkaart te kalibreren.
3.3.12 1E BEREIK-knop
De 1E BEREIK-knop kan alleen worden gebruikt als de engineeringsleutel
in de engineeringkaart is gestoken en dient om het bereikpunt van een
nieuwe katalytische sensor te kalibreren die aan de geselecteerde
regelkaart is bevestigd.
Deze functie wordt gebruikt om een informatie te geven, samen met
daaropvolgende normale bereikwijzigingen, van de uitganggevoeligheid
van een katalytische sensor en om automatisch te waarschuwen tegen
een vergiftiging van de sensor of tegen prestatieverlies.
3.3.13 KLOK-knop
Als op de KLOK-knop wordt gedrukt, geeft het display van de
geselecteerde regelkaart informatie over de tijd en de datum van de
rackklok.
3-16
- Lusstroom in mA.
5701 Regelsysteem