MAN0443_Uitgave 14_01-2010
05701-M-5001 A03249
HOOFDSTUK 4 - INSTALLATIE
De alarmrelais kunnen geconfigureerd zijn voor normaal gedeactiveerde
of normaal geactiveerde werking. Controleer het configuratieblad dat
met het systeem is meegeleverd om de bedrijfsstand van het relais
op elk kanaal vast te stellen. De activeringsstand van de relais kan
eenvoudig opnieuw geconfigureerd worden met een computer die op
de engineeringpoort is aangesloten. Neem contact op met Honeywell
Analytics of met uw lokale vertegenwoordiger voor meer informatie.
14.2 Analoge uitgang
Als de analoge uitgang op een lusspanning van meer dan 40V
wordt aangesloten, kan permanente schade aan de analoge
uitgangmodule worden berokkend.
De analoge uitgangmodule zorgt voor een geïsoleerde stroomlusuitgang
die het sensorsignaalniveau volgt. De uitgangschakeling is een passief
stroomregelelement dat kan worden bediend met lusspanningen tot
40V. De aanbevolen aansluitingen staan hieronder weergegeven:
Regelkaart met één kanaal
05701-A-0301 4-20 mA
05701-A-0302 Katalytisch
Programmable
Logic
Controller
+24V
(10-40V)
0V
Geïsoleerde analoge uitgangaansluiting met stroom geleverd
door de PLC (Programmable Logic Controller)
4-62
OPGELET
Met analoge uitgangmodule
05701-A-0285
Veldinterface/relaiskaart
05701-A-0326
05701-A-0327
05701-A-0328
05701-A-0329
Analoge uitgang +
Analoge uitgang -
5701 Regelsysteem
31
32