5 POD'S GEBRUIKEN
U kunt verschillende Peripheral Observation Devices (POD's) gebruiken bij uw Suunto
t6c. Dit zijn o.a. Foot POD, Bike POD, Cadence POD, GPS POD en generic Speed POD
(zie sectie 5.1 Een POD koppelen). Nadat u een POD met het apparaat gekoppeld hebt,
geeft Suunto t6c u extra informatie tijdens uw training.
5.1 Een POD koppelen
Om de informatie over snelheid en afstand te kunnen gebruiken, moet u eerst uw
Suunto t6c koppelen aan een Suunto POD.
Het koppelen van een POD:
1. Schakel de POD (of band) in.
2. Ga in het menu instellingen naar
3. Scroll naar
PAIR
4. Scroll door de POD's en banden met [Lap +] en [Light -].
5. Start het koppelen met [Mode].
5.2 Autolap(autoronde) gebruiken
Met de functie
AUTOLAP
tijd (intervaltraining). Als autolap(autoronde) is ingeschakeld ( en uw snelheids- en
34
SPD/DST
(KOPPELEN) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
(autoronde) kunt u rondes instellen in afstand in plaats van in
.