Kopiëren
Kopieën sorteren
Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het
de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde
instellingen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit
verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Met de sorteringsopties kunt u uw kopieën sorteren in sets (1,2,3 1,2,3 1,2,3) of stapels (1,1,1 2,2,2
3,3,3).
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de toets Alles wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. De kopieerfuncties worden weergegeven.
5. Selecteer zo nodig het tabblad Kopiëren. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie
Kopiëren wordt geopend.
6. Selecteer zo nodig de toets Geavanceerd... voor toegang tot alle afwerkopties. Het aantal
weergegeven opties is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid en pakketten (er zijn
mogelijk niet genoeg opties om een toets Geavanceerd... te hoeven gebruiken).
7. Selecteer de gewenste optie voor Sets/stapels.
•
Sets: hiermee worden de kopieën in sets gesorteerd: 1,2,3 1,2,3 1,2,3.
•
Stapels: hiermee worden de kopieën in stapels gesorteerd: 1,1,1 2,2,2 3,3,3.
8. Selecteer de toets OK.
9. Selecteer de gewenste opties.
10. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
13. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het
bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te
controleren.
14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
93