Kopiëren
8. Selecteer de gewenste opties.
9. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
Er wordt één set van de opdracht afgedrukt, de Proefafdruk. De rest van de opdracht wordt in de
opdrachtlijst vastgehouden.
11. Als de proefafdruk acceptabel is, selecteert u Afdrukken. Het geprogrammeerde aantal sets
wordt afgedrukt.
12. Als de proefafdruk onacceptabel is, selecteert u Verwijderen en selecteert u vervolgens
Verwijderen ter bevestiging. De opdracht wordt uit de lijst verwijderd.
13. Herhaal de stappen voor de proefafdruk totdat u tevreden bent met de proefafdruk.
14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
Meer informatie
Opgeslagen instellingen voor kopiëren ophalen
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Huidige instellingen voor kopiëren opslaan
Huidige instellingen voor kopiëren opslaan
Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het
de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde
instellingen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Met de optie Huidige instellingen opslaan kunt u maximaal 50 combinaties van veelgebruikte
toepassingsinstellingen in het apparaatgeheugen opslaan. Alleen de opdrachtinstellingen worden
op het apparaat bewaard, niet het beeld. Telkens wanneer opgeslagen instellingen wordt
opgehaald en gebruikt, moet het beeld worden gescand.
Deze functie komt van pas als u vaak dezelfde instellingen gebruikt om documenten te produceren.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de toets Alles wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
140
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
Handleiding voor de gebruiker