Faxen
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen.
Met de optie Adresboek hebt u toegang tot eerder gemaakte adressen.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de toets Alles wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Internetfax.
5. Selecteer de toets Adresboek. De naam van de toets varieert, afhankelijk van het soort adres
dat de systeembeheerder heeft geïnstalleerd of als standaardadresboek heeft ingesteld. De
toets heet bijvoorbeeld Apparaatadresboek of Netwerkadresboek.
6. Selecteer het soort adresboek in het vervolgkeuzemenu links van het invoervak Naam invoeren.
•
Selecteer zo nodig de toets Zoeken om het adresboek van het apparaat op te zoeken. Voer
de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. Als u het
volledige adres niet weet, voert u het gedeeltelijke adres in en selecteert u vervolgens de
toets Zoeken.
7. Selecteer de gewenste ontvanger en selecteer Aan: of Cc:in het menu.
Voeg naar wens nog meer ontvangers toe.
Opmerking:
Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen
niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden.
•
Als u een vermelding uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende vermelding
en selecteert u Ontvanger verwijderen in het menu. Selecteer op het bevestigingsscherm
de toets Verwijderen om de verwijdering te bevestigen.
8. Selecteer de toets OK om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
9. Selecteer de gewenste opties.
10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
12. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het
bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te
controleren.
Meer informatie
Een internetfax verzenden
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
E-mail verzenden
Uitleg over de faxopties
Een internetfaxadres maken via Internet Services
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
199