Afdrukken
Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden. De
opdracht wordt op dezelfde manier als een afdrukopdracht vanaf uw computer naar het apparaat
verzonden, maar in plaats van de opdracht af te drukken wordt deze via een telefoonlijn naar de
opgegeven faxbestemming gefaxt.
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw
apparaat installeren en inschakelen.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve
gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer de gewenste optie in het menu Opdrachttype.
7. Selecteer de gewenste optie(s).
8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
9. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens de toets Afdrukken.
12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een normale afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver
Een beveiligde afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver
Een uitgestelde afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver
Proefafdruk maken via de Mac-printerdriver
Opdrachten opslaan met de Mac-printerdriver
Een fax verzenden met de Mac-printerdriver
Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus
Een vastgehouden opdracht vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Een beveiligde afdrukopdracht vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Toegang tot uw persoonlijke lijst met beveiligde opdrachten via het menu Opdrachtstatus
Vastgehouden opdrachten in een openbare wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Vastgehouden opdrachten in een privé-wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu
Opdrachtstatus
484
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
Handleiding voor de gebruiker