Faxen
6. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm.
•
Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte
van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens
meer worden toegevoegd.
•
Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
•
Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
•
Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of
aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de
bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit
het pop-upmenu.
•
Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen.
7. Selecteer de toets Toevoegen.
•
Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, selecteert u de toets
Ontvanger toevoegen en voert u het e-mailadres in. Selecteer dan nogmaals de toets
Toevoegen. Herhaal deze stap totdat u alle ontvangers hebt toegevoegd.
8. Selecteer de toets Bijlage.
9. Selecteer een bestandsindeling in het vervolgkeuzemenu.
•
PDF (Portable Document Format): produceert één bestand, of één bestand per pagina.
Het bestand is niet doorzoekbaar. Afhankelijk van het ontvangende apparaat is de PDF-
selectie mogelijk niet compatibel als de resolutie is ingesteld op 200 dpi. Deze optie kan het
beste worden gebruikt voor het delen en afdrukken van documenten.
•
PDF/A: produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet
doorzoekbaar. Deze optie is ideaal voor langdurig archiveren van elektronische
documenten
•
TIFF (Tagged Image File Format): produceert één bestand, of één bestand per pagina.
Het bestand is niet doorzoekbaar. TIFF's zijn ideaal voor archiveren.
10. Selecteer de toets OK.
11. Selecteer de gewenste opties.
12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
14. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het
bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te
controleren.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Een bestandsnaam opgeven voor e-mailbijlagen
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
205