Afdrukken
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Een opdracht-ID toevoegen via de XPS-printerdriver
Een opdracht-ID verwijderen via de XPS-printerdriver
Een opdracht-ID toevoegen via de XPS-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Opmerking:
Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het
apparaat zijn geïnstalleerd.
Met de optie Opdracht-ID kunt u enige identificatie bij de afdrukopdracht laten afdrukken. U kunt
de gegevens op een aparte pagina of in de kantlijnen van de hoofdopdracht laten afdrukken.
Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of
gebruikersnaam in de ID opgenomen.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox XPS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Dubbelklik zo nodig op de map Geavanceerde instellingen om het menu uit te vouwen. Het
menu wordt meestal automatisch uitgevouwen als u het tabblad Geavanceerd selecteert.
7. Selecteer de gewenste optie voor Opdracht-ID.
•
ID afdrukken op voorblad: hiermee wordt een voorblad aan uw opdracht toegevoegd.
Uw ID wordt op het voorblad afgedrukt. Als u afwerkopties selecteert, zoals nieten, wordt
de pagina met uw ID niet aan de rest van de opdracht vastgeniet.
•
ID afdrukken in marges - Alleen eerste pagina: hiermee wordt uw ID in de bovenste
kantlijn op de eerste pagina van het document afgedrukt.
ID afdrukken in marges - Alle pagina's: hiermee wordt uw ID in de bovenste kantlijn op
•
alle pagina's van het document afgedrukt. Als uw document 2-zijdig is, wordt de ID op
beide zijden afgedrukt.
8. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
10. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
468
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
Handleiding voor de gebruiker