Papier en ander afdrukmateriaal
•
C5
•
DL (Wallet)
Plaats alleen het papier dat voor deze specifieke lade is opgegeven. In de handmatige invoer
kunnen alle papiersoorten worden geplaatst die voor het apparaat zijn opgegeven.
!
Voorzichtig
Er treedt een storing op als de lade wordt geopend terwijl er vanuit deze lade papier wordt inge-
voerd.
!
Voorzichtig
Open lade 1 niet als lade 2 open is.
1. Open de lade.
2. De invoerrichting van enveloppen is afhankelijk van het type.
•
Monarch, #10, #9, C5 en DL (wallet): plaats deze met de beeldzijde omhoog, met de
kleppen geopend en naar rechts gericht.
•
C5 (pocket): plaats deze met de beeldzijde omhoog, met de kleppen geopend of gesloten
en naar voren gericht.
•
Aangepaste enveloppen: plaats deze met de beeldzijde omhoog, met de lange zijde van
de envelop langs de linkerzijde van de lade. Zorg bij wallet-enveloppen dat de klep open is
en naar de rechterzijde van de lade is gericht. Zorg bij pocket-enveloppen dat de klep
gesloten is en naar de voorzijde van de lade is gericht.
3. Plaats de enveloppen en zorg dat de maximumvullijn zichtbaar is.
4. Stel de geleiders af.
•
Stel de rechterzijgeleider in door het vergrendelingsmechanisme op te tillen en de geleider
te verschuiven totdat het uiteinde van de geleider de enveloppen raakt.
•
Stel de voor- en achtergeleiders in door het vergrendelingsmechanisme op te tillen en de
geleider te verschuiven tot deze de enveloppen raakt.
5. Sluit de papierlade.
6. De instellingen van de papierlade worden op het scherm weergegeven. Als de instellingen juist
zijn, selecteert u de toets Bevestigen. Als de instellingen niet juist zijn, past u ze naar wens aan.
Meer informatie
Papier en ander afdrukmateriaal bewaren
Verschillende papiersoorten plaatsen
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
677