Scannen
Resolutie opgeven via de functie Scannen naar
Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer
of netwerk opslaan.
Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met
daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er
geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
Met de opties voor Resolutie kunt u de kwaliteit van het beeld en de verzendtijd tegen elkaar
afwegen, als u het beeld via een netwerk gaat verzenden. Hoe hoger de resolutie, des te beter de
beeldkwaliteit maar des te langer de verzendtijd. Hoe lager de resolutie, des te lager de
beeldkwaliteit maar des te korter de communicatietijd.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de toets Alles wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Scannen naar... op het aanraakscherm.
5. Selecteer Apparaatadresboek of Favorieten. (De systeembeheerder heeft mogelijk al
ingesteld dat het adresboek of de favorieten automatisch wordt geopend.)
6. Selecteer het gewenste adres.
7. Selecteer de toets Toevoegen aan ontvangers.
8. Selecteer de toets OK.
9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen.
10. Selecteer de toets Resolutie.
11. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
•
72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op
een computer worden weergegeven.
•
100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage
kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een
computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
•
150 dpi: levert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit.
Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde
kwaliteit.
•
200 dpi: produceert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage
kwaliteit. Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocument en lijntekeningen van
gemiddelde kwaliteit.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5945/5945i/5955/5955i
275