Inhoudsopgave
Advertenties
Een voorwaartse helling van ca. 3° resulteert in een the-
oretische stoppelhoogte (b) van 27 mm (1.06 in).
De voorwaartse of achterwaartse helling van de ophan-
ging mag nooit groter zijn dan 3°, aangezien dit zou resul-
teren in een afwijking van de aftakas waardoor er trillingen
ontstaan en de slijtage toeneemt. Bovendien slijten gelei-
deschoenen, schijven en messen snel als de maaihoogte
laag is. Ook bestaat het risico van gewasverontreiniging.
Als u een extra hoge stoppel wilt, bijvoorbeeld bij het
maaien van braakland, brengt u hoge geleideschoenen
aan.
Beveiliging tegen overbelasting
OPMERKING: De tractorbestuurder kan de transmissie
beveiligen tegen overbelasting.
Neem bij gebruik van het werktuig de volgende punten in
acht:
• Start het werktuig altijd terwijl de motor bij laag toerental
draait. Dit is met name van toepassing op tractoren met
elektrohydraulische aansluiting van de aftakas.
• Voordat u het werktuig start, laat u de maaieenheden in
de werkstand zakken.
• Een plotse toename van het tpm van het werktuig, zoals
bijvoorbeeld als u het veld op rijdt of nadat u gekeerd
heeft op hte veld, moet zich ook voordoen met het werk-
tuig naar onder in de werkstand.
• Luister tijdens werken in het veld naar het toerental van
de tractor. Als het aantal toeren langzaam terugloopt of
plotseling minder wordt, kan dit een teken zijn van over-
belasting van de transmissie ten gevolge van een te
hoge rijsnelheid, of door de aanwezigheid van vreemde
voorwerpen in de maaieenheid. In dit geval zal de fric-
tiekoppeling sloppen en moet u onmiddellijk de aftakas
loskoppen en het werktuig laten rusten.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-11
2
ZEIL18HT00825AA
Advertenties
Inhoudsopgave
