Als u draait op hellingen, wees dan altijd voorzichtig als u
de machine optilt met de driepuntshef omdat u altijd het
risico van omkantelen loopt. Pas de snelheid aan deze
omstandigheden aan.
Rijd met de trekker in een lage versnelling als u op hellin-
gen werkt.
Vermijd scherpe bochten te nemen als u omhoog, omlaag
of dwars op heuvels moet rijden.
Als u draait tijdens het werken, let dan op het overhan-
gende en/of schommelende gewicht van het werktuig.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wijzig niet abrupt van richting, met name tijdens achteruit
rijden, om te voorkomen dat de machine kan omslaan,
wat gevaar oplevert.
Wanneer u met een maaier werkt, dient u een veilige af-
stand te bewaren tot steile hellingen of een vergelijkbare
bodemgesteldheid, omdat de grond glad kan zijn en de
maaier en de trekker zijwaarts getrokken kunnen worden.
Denk er ook aan de snelheid aan te passen voor scherpe
bochten bij het rijden op hellingen.
Let extra op wanneer u werkt naast de openbare weg of
voetpaden.
2-9