4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4 -
BEDIENINGSINSTRUCTIES###_4_###
De machine inbedrijfstellen
Tractorkeuze
Volg altijd de adviezen in de handleiding van de trekker
op. Als dit niet mogelijk is, vraag dan om technische as-
sistentie.
Kies een trekker met een geschikt vermogen op de afta-
kas. Om onder alle omstandigheden te kunnen beschik-
ken over de volledige capaciteit, adviseren wij u een trek-
ker te kiezen met 15 kW (20.39 Hp) meer vermogen dan
het vermelde minimum. Als het vermogen van de trekker
aanzienlijk hoger is, beveilig het werktuig dan tegen over-
belasting met een geschikte koppeling op de aftakas.
LET OP: Als u een werktuig bezit dat bedoeld is voor
540 RPM, controleer dan dat u niet per vergissing de ver-
keerde aftakas gebruikt. Het is bijzonder gevaarlijk om
een werktuig dat bedoeld is voor 540 RPM aan te koppe-
len op een aftakas voor 1000 RPM.
LET OP: Langdurige overbelasting kan het werktuig be-
schadigen en in het ergste geval kunnen er delen uit weg
worden geslingerd.
1
81PR80-0804
Kies een trekker met een voldoende eigen gewicht en
spoorbreedte, zodat deze stabiel kan rijden op de onder-
grond.
Zorg ervoor dat de verbindingsarmen en de trekhaak van
de trekker bedoeld zijn voor werktuigen met het eigen ge-
wicht in kwestie.
Om onder alle omstandigheden de trekker volledig onder
controle te kunnen houden, moet ten minste 20% van het
eigen gewicht van de trekker op de vooras drukken. Het
gebruik van frontgewichten kan nodig zijn om aan deze
eis te voldoen.
Kies altijd een trekker met een gesloten cabine als u met
een cyclomaaier werkt.
Gebruik een trekker met een cabine die is uitgerust met
veiligheidsglas. Beveilig bovendien het glas van de ca-
bine met PC-platen aan de binnenkant of met een net met
dichte mazen aan de buitenkant. Sluit de cabine wanneer
u in het veld werkt.
4-1