Machine parkeren
Loskoppelen en parkeren
Parkeer het werktuig op een stevige en vlakke grond.
WAARSCHUWING
Voorkom letsel!
Voordat u werkzaamheden aan de machine
gaat uitvoeren, moet u altijd de parkeerrem
inschakelen en de motor uitzetten.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
Maak indien mogelijk het werktuig altijd los in zijn werk-
stand om het veilig te parkeren.
Als u ruimte wenst te besparen, kunt u het werktuig ook
in de transportstand parkeren.
In dit geval zet u het werktuig op een stevige en vlakke
ondergrond, op een plaats die beschut is tegen weer en
wind. Door het hoge zwaartepunt bestaat het gevaar dat
windvlagen, grote sneeuwmassa's, een zachte bodem,
etc. de machine doen kantelen.
Plaats het werktuig in de gewenste stand en zet dan alle
hydraulische uitgangen op de zweefstand.
Til de verbindingsarmen van de tractor op totdat u de
steunpoten kunt laten zakken. Vergrendel de voorste
steunpoot in zijn onderste stand met de veerpen. Trek
de twee vergrendelingspennen (1) eruit, zet de achterste
steunpoot (2) naar onder en monteer de twee vergren-
delingspennen weer. Laat de verbindingsarmen zakken
totdat de poten veilig op de grond rusten.
Koppel de topstang los. Maak de haken op de verbin-
dingsarmen van de tractor los en laat de verbindingsar-
men zakken totdat de pennen vrij komen.
Sluit alle hydraulische sluiters. Koppel de hydraulische
slangen van de tractor los en zet ze in de houders aan de
linker- en de rechterkant van de ophanging.
Koppel de aftakas los en zet de aftakas in zijn houder.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
W1046A
4-9
1
ZEIL18HT00675AA