58
7.5
Controle
strooihoeveelheid
Het is aan te bevelen om voor iedere
nieuwe meststof een afdraaiproef uit te
voeren.
De controle van de strooihoeveelheid
(afdraaiproef) uitvoeren met
ingeschakelde hydraulische aandrijving
met het normale toerental van de beide
strooischotels door het afrijden van een
meettraject of in stilstand.
Het afrijden van een meettraject is
nauwkeuriger omdat er meteen rekening
wordt gehouden met de werkelijke
rijsnelheid van de trekker.
Is de rijsnelheid van de trekker op het
veld exact bekend, dan kan de
afdraaiproef ook stilstaand worden
uitgevoerd.
F
De vermenigvuldigingsfactor
houdt rekening met de
eenzijdige uitvoering van de
afdraaiproef.
F
Bij hoge kunstmestgiften per
hectare, het meettraject
halveren en de
vermenigvuldigingsfactor
verdubbelen omdat de inhoud
van de afdraai-emmer beperkt
is.
F
Afdraaiproef uitvoeren met
een half gevulde strooier
DB 570.1 12.04
Instellingen
van
de