84
Klimaatregeling
Ruiten ontwasemen en
ontdooien
■ Koeling n aan.
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
■ Luchtdebiet op hoogste stand zet‐
ten.
■ Luchtverdeelschakelaar op V zet‐
ten.
■ Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
■ Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters
Bij ingeschakelde koeling moet er mi‐
nimaal één ventilatieopening ge‐
opend zijn om te voorkomen dat de
verdamper door gebrek aan luchtcir‐
culatie bevriest.
Richting van de luchtstroom instellen
door het stelwiel van rechts naar links
te draaien en de horizontale lamellen
op- en neer te bewegen.
Om de ventilatieopeningen te sluiten,
het stelwiel tot aan de aanslag naar
links of rechts draaien.
9 Waarschuwing
Geen voorwerpen bevestigen aan
de roosters van de ventilatieope‐
ningen. Kans op schade en letsel
in geval van een ongeluk.
Vaste luchtroosters
Er bevinden zich bovendien nog
luchtroosters onder de voorruit en de
zijruiten, alsook in de voetenruimte.