22
Sleutels, portieren en ruiten
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankklep
sluiten. Bij een niet goed gesloten be‐
stuurdersportier werkt de centrale
vergrendeling niet.
Centrale vergrendeling met
sleutelbediening
Sleutel in het slot van het bestuur‐
dersportier naar achteren draaien.
Centrale vergrendeling met
afstandsbediening
Toets p indrukken.
Storing in de afstandsbediening
Ontgrendelen
Draai de sleutel in het bestuurders‐
portier naar de voorkant van de auto.
De volledige auto wordt ontgrendeld.
Schakel het contact in om het dief‐
stalalarmsysteem te deactiveren.
Vergrendelen
Sluit het bestuurdersportier, draai de
sleutel in het slot naar de achterkant
van de auto. De auto is vergrendeld.