Starten van de motor uitsluitend in N
bij ingetrapt rempedaal.
Geautomatiseerde versnellingsbak
3 91.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren
■ Bandenspanning en -staat 3 123,
3 154.
■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus
3 104.
■ Ruiten, spiegels, rijverlichting en
kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw
of ijs en gebruiksklaar.
■ Juiste positie van spiegels, stoelen
en veiligheidsgordels 3 31,
3 36, 3 40.
■ Werking van remsysteem (bij lage
snelheid), vooral bij vochtige rem‐
men.
Kort en bondig
Motor starten
■ Draai de sleutel naar stand 1
■ Verdraai het stuurwiel een beetje,
zodat het stuurslot vrijkomt
■ Trap de koppeling en rem in
■ Handgeschakelde versnellingsbak
geautomatiseerd in N
■ Trap het gaspedaal niet in
■ Dieselmotoren: draai de sleutel
naar stand 2 voor het voorgloeien
en wacht tot de controlelamp !
dooft
■ Sleutel naar stand 3 draaien en los‐
laten
17