Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling verschijnt op het versnellingsbak‐
display.
R
= Achteruitversnelling
N
= Neutrale stand
A
= Geautomatiseerde versnel‐
lingsbak: automatische mo‐
dus
1 - 5 = Huidige versnelling, geauto‐
matiseerde versnellingsbak,
handgeschakelde modus
Instrumenten en bedieningsorganen
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Bij het inschakelen van
de ontsteking lichten de meeste con‐
trolelampen korte tijd op bij wijze van
functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
rood
= gevaar, belangrijke herin‐
nering
geel
= waarschuwing, aanwijzing,
storing
groen = inschakelbevestiging
blauw = inschakelbevestiging
67