Elektrisch bediende ruiten
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Ruiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen
dat niets of niemand bekneld
raakt.
Elektrische ruiten kunnen bediend
worden wanneer de contactsleutel in
stand 1 in het contactslot staat.
Lichtjes in de tuimelschakelaars ge‐
ven aan dat de schakelaars gebruiks‐
klaar zijn.
Nadat u het contact hebt uitgescha‐
keld, wordt de ruitbediening gedeac‐
tiveerd wanneer u het bestuurders‐
portier opent.
Bediening
Druk op de tuimelschakelaar om de
ruit in trappen te bedienen. Houd de
schakelaar iets langer ingedrukt voor
automatisch openen en sluiten; druk
opnieuw op de tuimelschakelaar om
de beweging van de ruit te stoppen.
Beveiligingsfunctie
Stuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten op weerstand, dan stopt het
sluiten onmiddellijk en beweegt de
ruit weer omlaag.
Sleutels, portieren en ruiten
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. meermaals aan de schake‐
laar trekken totdat de ruit in stappen
is gesloten.
Ruiten van de buitenzijde
bedienen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
ruiten met de afstandsbediening van
de buitenzijde te openen en sluiten.
Druk op p tot alle ruiten gesloten zijn.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
33