24
Sleutels, portieren en ruiten
Achterklep ontgrendelen met de
sleutel bij centraal vergrendelde
portieren
Draai de sleutel zo ver mogelijk naar
rechts voorbij het weerstandspunt
vanuit de horizontale of verticale po‐
sitie. Om te voorkomen dat u buiten‐
gesloten wordt, kan de sleutel in deze
positie niet verwijderd worden.
Na het sluiten van de achterklep en
het terugdraaien van de sleutel in de
horizontale of de verticale stand is de
achterklep opnieuw vergrendeld.
In de horizontale stand is de achter‐
klep pas ontgrendeld na de volgende
uitschakeling van de centrale ver‐
grendeling.
Centrale vergrendeling en de
achterdeuren
De centrale vergrendeling en de dief‐
stalbeveiliging van de portieren kun‐
nen niet met het slot van de achter‐
deuren worden bediend.
Sleutelgat horizontaal in slot
De achterdeuren worden door het in‐
schakelen van de centrale vergren‐
deling samen met de portieren ver‐
grendeld of ontgrendeld.
Wordt de sleutel pas na het uitscha‐
kelen van de centrale vergrendeling
in de verticale stand gedraaid, dan
blijft de achterdeur vergrendeld.
Sleutelgat verticaal in slot
De achterdeuren blijven vergrendeld
wanneer de portieren met de centrale
vergrendeling vergrendeld of ont‐
grendeld zijn. Kies deze stand als de
achterdeuren altijd vergrendeld moe‐
ten blijven.
Achterdeuren ontgrendelen met de
sleutel bij centraal vergrendelde
portieren