82
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ................. 82
Luchtroosters ............................... 84
Onderhoud ................................... 85
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtdebiet
■ Luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 34.
Temperatuur
rood
= warm
blauw = koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor op normale bedrijfstem‐
peratuur is gekomen.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Luchtverdeling
= naar de hoofdruimte
M
L = naar de hoofd- en voeten‐
ruimte
= naar de voetenruimte
K
J = naar de voorruit, de voorste
zijruiten en de voetenruimte
V = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
■ Luchtdebiet op hoogste stand zet‐
ten.
■ Luchtverdeelschakelaar op V zet‐
ten.